DE AUSTRALISCHE LABRADOODLE
De Australian Labradoodle is een hond die steeds meer voorkomt in het straatbeeld. Zijn populariteit komt voor uit zijn vriendelijke karakter, grappige uiterlijk en zijn allergievriendelijke eigenschappen. Het is echter niet zomaar een kruising tussen een labrador en een poedel, zoals vaak wordt gedacht, maar hij is ontstaan uit een mix van meerdere rassen die deze hond samen maken tot wat hij nu is.
Maten:
​Miniatuur 35-42cm gewicht 7-13 kilo
Medium 43-52cm gewicht 14-20 kilo
Standaard 53-63cm gewicht 21-30 kilo
​
Kleuren:
Effen of 2-kleurig
Wit, crème, apricot crème, apricot, rood, zilver, gold, blue, zwart, chocolate, cafe, parchment
​​
​
De vacht:
​De vacht van een Australian Labradoodle is bijzonder omdat in de praktijk blijkt dat veel mensen die allergisch reageren op honden wel goed reageren op een Australian Labradoodle. Helaas geldt dat niet voor alle allergische mensen, waardoor het uitermate belangrijk is dat toch altijd eerst wordt getest of er goed op wordt gereageerd. Er bestaan twee soorten vachten: de wollen vacht en de fleecevacht. De wollen vacht heeft wel wat weg van de vacht van een schaap en de fleecevacht is zacht en golvend. Beide vachten kennen geen ruiperiode, maar net zoals mensen verliezen de honden toch altijd wat haar. De vacht moet goed onderhouden worden, anders kunnen er behoorlijk wat klitten ontstaan. Borstelen en trimmen zijn dan ook zaken die zeker niet onderschat moeten worden.
​
Het karakter:
​De Australian Labradoodle is erg intelligent, sociaal, komisch en zacht en rustig in de omgang. Door zijn intelligentie is hij makkelijk te trainen. Zowel de gewone gehoorzaamheidscursussen als ook speciale behendigheidscursussen of opleidingen tot therapiehond zal hij goed en vrij gemakkelijk doorlopen en ook erg leuk vinden. Zijn intelligentie heeft ook een keerzijde. Wanneer hij niet goed wordt opgevoed of getraind zal hij de intelligentie aanwenden om zichzelf zo veel mogelijk ondeugende streken aan te leren en dan kan het een behoorlijk eigenwijze en vervelende hond worden. Geef hem dus voldoende goede geestelijk uitdaging.
Zijn sociale karakter maakt dat hij heel erg graag in de aanwezigheid van zijn baasje is. Het is absoluut geen hond om buiten te houden. Dan wordt hij echt ongelukkig. Het is ook geen hond om heel veel alleen te laten. Natuurlijk kan je hem wel leren enige tijd alleen te blijven en hij zal dat ook zeker accepteren, maar echt gelukkig is hij pas in aanwezigheid van mensen en ook andere honden. Hij gaat heel graag op pad met zijn baas en heeft ook fysieke uitdaging nodig. Hij neemt geen genoegen metalleen een rondje om het huis, maar wil iedere dag toch echt wel minimaal 1,5 uur beweging krijgen. Veel Australian Labradoodles zijn ook dol op zwemmen en doe je een groot plezier door ze lekker te laten ravotten met en in het water.Wanneer hij voldoende beweging krijgt is het binnenshuis een zeer relaxte en rustige hond.
​
Voor wie is een Australische Labradoodle geschikt?
​In eerste instantie zijn er vooral veel mensen met een allergie voor honden die zich aangetrokken voelen tot een Australian Labradoodle. Zeker als na een test blijkt dat zij wel goed reageren op een Australian Labradoodle is dat als een droom die uitkomt. Nooit gedacht, maar nu toch een hond in huis. Dit zijn dan ook veelal mensen die nooit eerder een hond hebben gehad. Maar door het gemakkelijke en goed te trainen karakter van een Australian Labradoodle is dat ook vrijwel nooit een probleem. De meeste fokkers van Australian Labradoodles testen de pups op een leeftijd van circa 7 weken ook op karaktereigenschappen en wijzen dan een pup toe aan een gezin dat daar het beste bij past, zodat de match de grootste kans van slagen heeft.
Toch zijn er nu ook steeds meer mensen zonder allergie die kiezen voor een Australian Labradoodle, omdat zijn karakter en zijn uiterlijk als levende teddybeer hem wel heel erg geschikt maken als echte huishond.
Wat de reden ook is dat je kiest voor een Australian Labradoodle, het is erg belangrijk dat je tijd voor hem hebt. Wanneer hij zichzelf te veel moet vermaken en niet wordt uitgedaagd of niet genoeg beweging krijgt kwijnt hij weg en dat is iets wat altijd voorkomen moet worden.
​
Gezondheid:
​Een Australian Labradoodle wordt tussen de 13 en 15 jaar oud. Vooralsnog zijn er geen specifieke gezondheidsproblemen die in dit ras voorkomen. Ouderdieren worden streng getest op heup,- elleboog en oogafwijkingen. Natuurlijk zijn er wel eens dieren die iets mankeren, maar veel voorkomende problemen zijn er nu niet. Omdat de Australian Labradoodle een ras in opbouw is worden pups momenteel wereldwijd op jonge leeftijd (ca 7 tot 8 weken oud) gecastreerd of gesteriliseerd. Dit is op dit moment de enige manier om gecontroleerd te blijven fokken en er voor te zorgen dat de specifieke kenmerken zoals de allergievriendelijkheid behouden blijven. Er bestaan verschillende meningen over de castratie/sterilisatie op jonge leeftijd, maar de pups herstellen zeer snel en er wordt voorkomen dat er door doorfokken problemen in het ras ontstaan.